10 juli 2018
Bekentenis aan onze dochter
Ongeveer anderhalf jaar na onze trouwdag werd Floor geboren. Het lijkt nog zo kort geleden, maar ze is alweer bijna 17 en Koen en ik zijn het er al langer over eens: Floor moet weten wat er speelt. De vraag is niet of, maar wanneer het een keer gebeurt dat ze een keer eerder dan verwacht thuiskomt van een feestje of een avond chillen met vrienden, en haar vader met een pruik op en een jurk aan op de bank ziet zitten. Vandaag gaat het gebeuren. Hier, in Frankrijk. Op de camping waar we al vaker zijn geweest, waar iedereen elkaar kent en waar Floor zich vermaakt met leeftijdsgenoten. We zijn hier gisterenochtend, na een nacht doorrijden, aangekomen en voelen ons alweer thuis op de camping. Koens plan is om na het avondeten onze honden, Puck en Meeko, mee te nemen voor een wandeling. Dan zal hij zijn verhaal vertellen.
De dag kruipt voorbij. Het is warm, ruim dertig graden. Bij onze vouwwagen hebben we verkoeling van de schaduw en het briesje dat af en toe door de bomen waait. Ik heb mijn campingstoel achterover gezet en sluit mijn ogen. Allerlei mogelijke scenario’s met Floor in de hoofdrol spoken door mijn hoofd. Het maakt Floor niks uit. Floor vindt het vreselijk. Floor is nieuwsgierig. Floor vindt het een mooi gegeven. Om mijn woorden een weg te bieden, sta ik op en pak ik mijn laptop. Een kort verhaal rolt zo uit mijn vingers. Het wordt een verhaal in een verhaal. Een moeder van een tienermeisje vraagt aan de begrafenisondernemer of hij haar man onder zijn kleding panty’s aan kan geven. Dat verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van een vader die schrijver is. Zijn dochter wil het verhaal ook kennen, maar de schrijver heeft er moeite mee het haar te laten lezen. Hij vindt het verhaal niet goed genoeg. Hij durft het niet aan zijn dochter te laten zien.
Als ik het verhaal klaar heb, ga naar het zwembad. Daarna maak ik een korte wandeling met de honden, vervolgens probeer ik een boek te lezen en merk ik dat ik steeds weer een bladzijde terug moet om te begrijpen wat er in het verhaal gebeurt. En dan eindelijk is het avond en tijd om te gaan wandelen.
“Floor, ik moet je iets vertellen.” We zijn een paar minuten onderweg als Koen het woord neemt. We lopen op een pad op de berghelling, vlak bij de camping. Lavendelvelden strekken zich voor ons uit en het ruikt hier overal naar frisse was. Floor kijkt van haar vader naar mij. Ik zwijg.
“Ik ben transseksueel. Ik verkleed me vaak stiekem als vrouw.”
“Oh”, zegt Floor. “Die zag ik niet aankomen.”
We lopen rustig verder. In de verste verte is er niemand te bekennen, ik roep de honden bij me en lijn ze aan al weet ik zelf niet goed waarom ik dat doe. Ik vind het jammer dat Koen het woord transseksueel gebruikt, dat woord heeft voor mij een heel andere, een veel meer seksuele lading dan het woord transgender. Het doet me denken aan drag queens, die zich opzichtig en voor de show als vrouw kleden.
‘Transgender’ is een verzamelbegrip voor verschillende soorten genderdiverse mensen, onder wie transgender mannen, transgender vrouwen en anderen die zich niet (alleen) identificeren met en gedragen als man of vrouw. Tot in de jaren tachtig werd hiervoor vooral de term ‘Transseksueel’ gebruikt. Toen de term transgender zijn intrede deed, was ‘Transseksualiteit’ nog lange tijden een gangbare medische term voor de diagnose van mensen voor wie een geslachtsoperatie nodig is. Voor niet alle transgender personen is die operatie nodig.
Personen die aan travestie of crossdressing doen, zijn niet vanzelfsprekend transgender. Voor hen is het kleden al iemand van het andere geslacht niet altijd een expressie van de eigen genderidentiteit of een blijvende behoefte. Wie aan travestie doet, doet dit meestal niet voor de show.
Doen mensen dat wel, dan heet dat ‘show travestie’ of ‘drag’.
Tegenwoordig wordt de medische diagnose voor trensgender personen die medische hulp zoeken omschreven met de term ’genderdysforie’. Daarmee wordt bedoeld: het diepgevoelde ‘weten’ dat je geboortegeslacht en genderidentiteit niet overeenkomen, Gender verwijst naar sociale, culturele en psychologische kenmerken die met een geslacht (of sekse) in verband worden gebracht. Sekse en geslacht verwijzen naar biologische kenmerken. Dysforie is de geneeskundige term voor onvrede met iets, wat zich uit in een sombere of prikkelbare stemming, soms met angst of rusteloosheid. Intussen blijft taal veranderen; waar genderdysforie voorheen een geslachtsidentiteitsstoornis werd genoemd, wordt er nu steeds vaker gesproken over genderincongruentie.
Koen vertelt rustig aan Floor dat hij zich als kind al vrouw voelde. Ik ken het verhaal en geef hem de ruimte om het te vertellen. Koen was nog heel jong toen hij voelde dat er iets niet klopte. Terwijl hij vertelt, zie ik hem voor me: de jonge jongen met lange haren die vertwijfeld naar zijn spiegelbeeld kijkt. Naar zijn schouders die alsmaar breder worden. Naar de haren op zijn armen, zijn benen en zijn borstkas. Geen borstjes die langzaam beginnen te groeien, zoals bij meisjes van zijn leeftijd. En een penis die zich te pas en vooral te onpas opricht. Paniek. Ongeloof. Teleurstelling. Verzet. En uiteindelijk berusting.
Koen wist destijds al wel van het bestaan van genderdysforie, al kende hij dat woord toen nog niet, hij wist ook dat er mensen waren die zich in het buitenland lieten opereren. Dat was voor Koen geen optie; het was te ongewoon. Bovendien viel hij op vrouwen, dat zou het volgens hemzelf allemaal heel ingewikkeld maken. Koen had er zijn eigen draai aan gegeven, droeg lange tijd aparte, alternatieve kleren en zijn haren tot op zijn schouders. Veel later, toen hij een jaar of 20 was, besloot hij dat het leven nu eenmaal was zoals het was. De lange haren maakten plaats voor een kort kapsel, de opvallende kleren voor nette, zwarte kleding. Koen nam de rol van man op zich. Met verve, als je het mij vraagt. Ik was als een blok gevallen voor zijn getrainde mannenlijf en zijn zelfverzekerde houding.
“Het is eigenlijk wel cool. Helemaal van deze tijd.” Floor heeft al die tijd aandachtig naar haar vader geluisterd, af en toe zag ik haar blik naar die van mij verplaatsen. Koen staart naar de grond en ontwijkt een tak, ik laat allebei de honden weer los.
“Maar”, vervolgt Floor aarzelend, “houd je dan nog wel van mama?”
“Jawel, ik houd nog heel veel van mama.”
“Oh, dan is het goed.” En daarmee lijkt het afgedaan voor Floor. Is dat voldoende? Voor Koen is het al meer dan hij had durven hopen, besef ik. Ik vraag me even af of het ook voor mij goed is, en ik houd mijn pas in. Floor voelt mijn aarzeling, draait zich naar me om en kijkt me vragend aan.
“Ik dacht dat ik met een man getrouwd was.”
“Ja, hoe is het eigenlijk voor jou?”
Nu begin ik te vertellen. Over dat ik vroeger altijd had gezegd dat het nog nooit gebeurd was, maar dat ik me best kon voorstellen dat ik eens op een vrouw zou vallen. Dat Koen en ik buiten dat gewoon al bijna 20 jaar een team zijn en dat dat niet zomaar verandert. Ik vertel haar hoe ik ontdekt had wat er aan de hand was, hoe ik in eerste instantie had gereageerd en dat ik de laatste weken geregeld de vrouwelijke variant van Koen heb gezien. Dat ik haar wel aangenaam gezelschap vind, die vrouw.
“Wil je dan niet helemaal vrouw zijn?” Floor richt zich weer tot haar vader.
“Nee”, antwoordt die resoluut. “Daarvoor is het volgens mij te laat, ik ben te oud. Het resultaat zal altijd een vrouw met een kras zijn, en het is nu goed zoals het is.” Floor vindt het ook goed. Koen drukt haar nog op het hart dat zijn geheim niet haar geheim hoeft te zijn en dan lopen we terug naar de vouwwagen, ieder met onze eigen gedachten. Cool, het was niet de eerste reactie die ik verwacht had. Morgen zal ik mijn korte verhaal aanpassen.
Floor’s reactie is ook cool en past daarmee naadloos in jullie als team!